top of page
M. van Donselaar

Mijn Weg: deel 7 "cultuurclash: de Indo-Europeanen en de inheemse Europeanen"


Foto: Trundholm Zonnewagen +/- 1400 BC Bronstijd, Nationaal Museum Kopenhagen, Denemarken.

Het Oude Europa. Een wereld ging voor me open toen ik Annine van der Meer en Gimbutas ter hand nam. Het raakte iets heel ouds en dieps in me aan en het verslond me. Ik voelde dat dit een spoor was wat ik moest volgen. Ik dook in de Venuskunst en las alle boeken die Marija Gimbutas geschreven had, ze opsporend op het internet en in antiekwinkels. Ik herkende zoveel terug in de goden en godinnen die ik al kende uit de Noordse en Germaanse mythologie, in de Griekse en de Romeinse. Ook Maria en Magdalena uit het christendom kreeg een heel andere betekenis in het licht van de oude matrifocale culturen van het inheemse volk van Europa. Ik las over een geheel andere cultuur dan die we nu kennen, een cultuur waarin man en vrouw gelijk schenen te zijn aan elkaar en waar de waarden van moederschap centraal leken te staan. Waarin dood en wedergeboorte en dus regeneratie de grootste plek in nam tijdens de riten, waarin de dood deel uitmaakte van het leven, op een nog intiemere manier dan misschien zelfs bij de Germanen het geval was. De overledenen werden bijvoorbeeld onder de vloer van het huis begraven, tijdens bepaalde momenten van het jaar vermoedelijk opnieuw opgegraven om de hen dichtbij te hebben, en zij werden samen begraven en niet zozeer individueel. Individuele grafgiften waren schaars en er lijkt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen in begraven te zijn gevonden en er waren veel meer collectieve graven dan individueel. Over de gehele wereld zijn venusbeeldjes gevonden, zoals ze genoemd worden, beeltenissen van vrouwen; dik, dun, stijf, rond, zittend, staand, in allerlei houdingen; klein voor in de hand, voor aan een ketting maar ook reusachtig, meter hoog. Er zijn meer dan 200.000 beeltenissen van vrouwen gevonden, tegenover een aantal duizend mannelijke figurines. De vrouw leek centraal te staan. Ik verdiepte me in matriarchale studies, waaronder de boeken van Heide Göttner-Abendroth. Las over hedendaagse matriarchale volkeren, hun culturen, manier van samenleven en hun religies. Wat ik vond in deze hele onderzoeks-reis, waren een aantal interessante dingen over de reis door het noordwest Europees heidendom die ik al eerder zelf overwogen had. Met name de Asen en Wanen en hun verhoudingen (dit las ik later terug in Mircea Eliade), en over de runen, nornen, matronen en over seidr. Alles begon ineens op hun plek te vallen, het leek alsof ik eindelijk die ingewikkelde mythes en sages beter begon te begrijpen en een prachtige esoterische diepgang kregen. Ook de boeken van Maria Kvilhaug hebben hier erg bij geholpen, waarbij ik de pantheïstische manier van kijken die ik had, terugvond in wat zij schreef. Dat er twee grote krachten, de Zoeker en de Gezochte, als basis liggen aan de vele verhalen in de noordse en Germaanse mythes. De Geest die hereniging zoekt met de Ziel. Het dualistische dat zich tot één wil vormen, man/vrouw, licht/donker, groot/klein, hemel/aarde, en zo voorts. Het bevestigde ook het beeld wat ik had van God: dat God alles bezielde, dat God man en vrouw samen was, dat God geen man en geen vrouw was, maar hun éénheid! Het thema van dualisme en non-dualisme komt over de gehele wereld voor, ook in het christendom, ook in de Bhagavat Gita kun je haar ontdekken, in Rumi’s gedichten, in het sjamanisme, in de Tao, in het boeddhisme en in de Zen. En ik neem aan dus ook in de hele oude wortels van Indo-Europese culturen zoals het Noords en Germaans heidendom. Non-dualisme betekent voor mij dat God(Great Spirit) in alles aanwezig is wanneer God/Spirit in ons bewustzijn aanwezig is, en dat de wereld een leerschool is die ons uiteindelijk dichterbij God/Spirit zal brengen, tot wij ons weer herinneren dat wij Een zijn met God/Spirit en dus transcendentie ervaren; met de populaire term verlichting gesproken. Wanneer Geest (de dolende, afgescheiden ik) zich herenigd met Ziel (het deel van ons dat verbonden is met God of Great Spirit) betekent dit dat Geest (in zekere zin) zich weer zijn eigen éénheid herinnert. Het gaat erg over ons ‘ik’, ons geconstrueerde “zelf”, ons gevoel van afgescheiden zijn, van het idee dat wij niet verbonden zijn met alles wat leeft en bezield is, dat we afgescheiden zijn van God. Het ‘ik’ dat denkt dat het dit universum regeert en in het middelpunt staat van de schepping. Maar in allerlei gedachtes van afgescheidenheid; het “ikje” denkt dat hij degene is die alles moet regelen; de natuur, de wereld, door middel van denken, berekenen, actie, doen…. Hij wil controle want is eigenlijk bang. Het ikje staat ook zo alleen…. Deze eenzaamheid heeft diepe wonden in ons achtergelaten en we zoeken naargeestig naar heling: De Zoeker. We vereenzelvigen ons met ons ik; ons afgescheiden zelf. We denken dat we van God los zijn gekomen, maar dat kan natuurlijk helemaal niet. Maar we denken van wel, we zijn kwijt hoe we ons weer moeten verbinden, verbinden met ziel, we zijn ziel kwijt, en we zijn wanhopig naar haar op zoek, kijk maar om je heen… Eigenlijk leiden we dus aan zielenverlies, oftewel; het vergeten van onze verbinding en eenheid met God/Great Spirit. Dit alles vind je terug in bijna alle grote religies van de wereld als je kijkt naar de esoterische onderstroom die nog niet is bedolven onder de oppervlakkige exoterische laag. En dus ook in het Noordse en het Germaanse; een eindeloze romance tussen de Geest die op zoek is naar de Ziel. Dit maakt de Noordse mythologie ook mysteriecultus, een esoterische weg die moet leiden tot transcendentie. Maria Kvilhaug zet dit heel duidelijk uiteen in haar boek “the Seed of Yggdrasill”. Ze haalt allerlei passages uit de Edda’s en de saga’s naar voren die dit beeld bevestigen. Ze heeft niet één voorbeeld uit één sage voor haar hypothese, maar een heel legioen aan argumenten voor haar stellingen. Ik vind ze zeer overtuigend. Het kan niet zijn dat de Noordse mythes en ook onze voorouders niet dezelfde diepgang zouden hebben als een andere (bijv. oosterse) religie of mysteriecultus. Er zijn teveel mystieke elementen in de verhalen uit de noordse en Germaanse oudheid om dit enkel af te doen als een uitleg over het mythisch wereldbeeld dat de mensen toentertijd hadden of enkel verhalen van mensen met een levendige verbeelding. Het gaat dieper dan alleen de verhalen over de ontwikkeling van het geestesleven van de oud Germaanse en Scandinavische mens… Hoe dan ook, ik zou hier een heel boek over moeten schrijven om dit duidelijker te maken en toepasbaar en behapbaar te krijgen, wat ik op dit moment ook aan het doen ben. Wat voor mij belangrijker was op dat moment, was dat het vrouwelijke en de Ziel en het de egalitaire aard van matriarchale samenlevingen een leemte leken te vullen en zo meer inzicht gaven in de disbalans van de huidige wereld. Dit werd duidelijker toen ik las over de Indo-Europese invasies die Gimbutas omschreef in haar Koergan-hypothese. Een hypothese die nog altijd als de meest aannemelijk blijkt te zijn voor het veranderen van de Europese bevolking tussen 4000-6000 v.Chr. Recent onderzoek uit 2015 op basis van DNA wijst inderdaad het meest in de richting van haar theorie. Gimbutas werd in haar werkveld als archeologe soms niet serieus genomen omdat zij vonden dat zij te feministisch georiënteerde conclusies trok met betrekking tot de oude venusbeeldjes en diens culturen die zij uitvoerig onderzocht had. Gimbutas was echter vernieuwende in dat opzicht dat zij meerdere manier van interpretatie gebruikte om haar onderzoeken gestalte te geven, zoals het interpreteren van symbolieken, houdingen, kledij en meer om de religie van dit Oude Europa te ontcijferen, waar anderen archeologen dit niet (durfden te) stellen. Ik ben zeker zelf ook kritisch en nuchter en maak van haar theorie en boeken geen Bijbelse dogma’s, maar vooralsnog herken ik veel van haar omschrijvingen van het Oude Europa in de latere mythen en culturen en religie van de volkeren die hierna opstonden. De Koergan-theorie wil eigenlijk heel kort zeggen, dat er warbands, mannenbonden, steppegroepen van voornamelijk mannen, afkomstig vermoedelijk uit Siberië, de inheemse bevolking in Europa, die naar het schijnt voornamelijk vreedzaam van aard waren, onder de voet hebben gelopen. Of dit met geweld ging of vreedzaam is niet helemaal duidelijk maar er zijn aanwijzingen voor beiden. Ook in de mythes, denk aan de Asen en Wanen, zijn hier sporen van terug te vinden, van twee stammen die zich met elkaar verenigden na een conflict. Voordat ik weer een heel verhaal hier over neer ga pennen – ik ben dus druk bezig met een boek dus lijkt me handiger dat daar dan te doen – dit interesseerde mij zeer. Wat mij erg opviel was; dat na de komst van de proto-Indo-Europeanen die zich mengden met de inheemse Europese bevolking en tot Indo-Europeanen bestempeld konden worden vanaf die tijd; was dat de mensen uit ons Europa hun doden niet meer samen begroeven; maar afzonderlijke koergans maakten; grafheuvels. Vaak met een “warlord” erin. Een sterk hiërarchische, individualistische manier van leven veranderde het oude culturele leven van Europa ingrijpend. Op allerlei vlakken, van verhouding man-vrouw, hiërarchische systemen tot klassen/standen/rangen, de kunst wordt (in de eerste instantie) eentoniger, vrouwen krijgen een andere positie en er worden geen vrouwenbeelden meer gemaakt, maar een overheersend aantal mannenbeelden. De komst van de stormgod, het gedomesticeerde paard, het wiel en de zonne- en hemelcultus domineerde hier vanaf de late steentijd en de bronstijd, de donkere aarde onder de voeten werd steeds meer en meer ingeruild voor hemel-goden van storm, regen en bliksem en ook de sociale positie van de vrouw leek erg te veranderen met de komst van de strijd en oorlog. De omslag naar een meer hiërarchische samenleving, met ongelijkheden tussen man en vrouw en sterk individualistische instellingen komen we niet alleen hier in Europa tegen rond die periode, ook in het Midden-Oosten gebeurt een soortgelijk iets en worden steppegoden, stormgoden, belangrijker dan de vrouwelijke godinnen. Op veel plekken blijven echter nog grote cultussen bestaan die te maken hebben met het geloof van het oude Europa, zoals de cultussen van Dionysius en Mithras, de Keltische priesteressen die trouwen met de koning van het land, het sacraal huwelijk, het Minoïsche eiland en de bijzondere priesteressen zoals het orakel van Delphi en Kybele. Ook de moedergodinnen blijven hardnekkig hun connecties houden met oeroude tijden, zoals de Matronen, Hecate, Freya, Brigit, Vrouw Holle en de Zwarte Madonna. De bevolking werd dus sterk individualistischer, oftewel; het “ik” werd sterker. Eer, (bloed)wraak, fysieke kracht, macht en status werden steeds belangrijkere thema’s in de bronstijd en erna. Het patriarchaat betekent niet voor mij niet zozeer “heerschappij door mannen” maar eerder een sociaal systeem wat gekenmerkt wordt door hiërarchie: klassen, rangen en standen met vaak een man aan het hoofd. Ongelijkheid op basis van wie iemands “ikje” is, diens daden, diens geslacht, uiterlijk of afkomst – meer gericht op privé bezit en op fysieke kracht en overheersing. En ik heb het gevoel dat dit nog steeds het geval is, met kapitalisme als voorbeeld, het altijd maar meer willen hebben, grote bedrijven die misdadig veel geld binnen harken, mensen die burn-out zijn omdat er altijd maar meer gepresteerd moet worden, om zo maar status en carrière te maken. Ik vergroot het even uit, je snapt me wel, er zijn ook mensen bij wie dit natuurlijk veel minder speelt. Maar vooralsnog, ik begin veel zaken te herkennen waar men momenteel een hele moeilijk relatie mee heeft: het donker (symbool voor het vrouwelijke en regeneratie en leven-dood-leven) wordt uit ons leven gebannen, het is overal altijd licht en het leven gaat altijd door, we willen altijd jong zijn, levendig, vruchtbaar, vitaal, er goed uitzien en vooral veel doen. Het is alsof we zijn blijven steken op de lichte kant van het levenswiel, die tevens staat voor de mannelijke, uitgaande kracht van het wiel (denk aan yin/yang) en hierin geen enkele balans meer ervaren met het vrouwelijke, wat staat voor ontvangen, voor naar binnen keren, voor ruimte, stilte, donker en inkeer. Inmiddels ben ik al sinds een paar jaar mijn eigen coachpraktijk gestart als Toegepast Psycholoog. De cliënten die ik mag ontvangen en mag helpen op hun pad, kampen vaak met dezelfde moeilijkheden; niet goed genoeg zijn (denken dat prestatie het enige is dat het waard is om geliefd voor te zijn), teveel doen en minder rust nemen, teveel doen en minder zijn, teveel denken en minder voelen, afgesneden voelen van eigen ziel en van de verbondenheid met het leven waarin leegde en angst een steeds grotere rol is gaan spelen.

Gelukkig is het westen in contact gekomen met het oosten en zijn we massaal gaan mediteren en gaan yoga-en (is dit een woord?). Daarin leren we weer opnieuw in contact te komen met de vrouwelijke energie die yin van aard is; trager, rustiger en gericht is op inkeer en leegte (denk: baarmoeder van potentieel).

Maar ook hierin sluipt het spiritueel ego, oude sociaal hiërarchische structuren en de onrust van onze eeuwenlange conditionering gericht op de uitgaande beweging. Teveel letten op uiterlijk (energie gericht naar buiten ipv naar binnen): Kijk eens hoe spiritueel ik eruit zie en hoeveel heksenspulletjes, yogamatjes, kristallen en klankschalen ik heb? Teveel gericht op de verlichting en dit letterlijk nemen door het niet meer symbolisch kunnen denken (wat de sleutel is tot de esoterie): licht en liefde verheerlijken en alles wat dat niet is verafschuwen, opnieuw verwerpen van het donker en het vrouwelijke. Zelfs in meditatie maakt men de fout door te zeggen dat men niet kán mediteren omdat gedachten niet kunnen worden uitgezet. Terwijl het juist de bedoeling is om gedachtes te omarmen (toelaten, doen door niets te doen- ontvangen = vrouwelijk principe). In plaats daarvan willen we ACTIEF mediteren en oplossingen zoeken (mannelijk naar buiten gerichte energie; actie en resultaatgerichtheid). Het betekent niet dat het mannelijke, de Indo-Europeanen, de mannenbonden van vroeger, of de lichte kant van het wiel “slecht” is, maar dat er een disbalans is tussen licht en donker, mannelijke en vrouwelijke energie. Wijzelf zijn een klein universum, dus in ons leeft ook het mannelijke én tevens het vrouwelijke, wat voor vorm/geslacht, we dan ook hebben. Streven naar evenwicht binnen die twee polen kan zorgen voor een betere harmonie, met onszelf, de aarde en de ander. Die harmonie en het streven hiernaar vind ik persoonlijk in het sjamanisme, vandaar dat dit mijn thuiskomst is m.b.t. een spirituele stroming. Zo kan ik nog wel meer voorbeelden opnoemen, maar het boek dat ik aan het schrijven ben zal zich hierop richten, dus voor je meteen in de verdediging schiet en op dit artikel wil reageren door te zeggen wat een onvolledige onzin het is; het is inderdaad onvolledig omdat dit ontzettend veel werk is om even kort uiteen te zetten, daarom bied ik je alvast de bronnen en ook ben ik zelf nog in ontwikkeling en zeg ik niet de waarheid in pacht te hebben. Mocht je waardevolle constructieve opmerkingen hebben over dit onderwerp waarvan je denkt dat ik goede nieuwe inzichten kan krijgen stuur me dan een mailtje met jouw onderzoek. Op dit moment probeer ik de eeuwenlange conditionering bij mijzelf ongedaan te maken. Door inderdaad de balans te herstellen. Minder doen, minder druk, minder licht, minder oplossen, minder denken, minder ik, minder machtsbelustheid, minder geld, minder spullen, etc. Dat blijkt best een hele klus maar ik geloof dat ik door mijn voorliefde voor de natuur en haar cycli sneller in balans kan raken dan ik verwacht had. Ik richt me dus nu voornamelijk op donker, rustiger leven, meer accepteren, omarmen, stilte en leegte, meer voelen, meer wij ipv ik, meer ruimte in huis, ruimte in het hoofd, de tijd nemen voor een besluit te nemen en het leven te nemen hoe het is zonder direct alles te moeten oplossen en actie te ondernemen. En nee, dit is geen oosterse filosofie maar gewoon door te leven met het ritme van de natuur, van Moeder Aarde - van de godinnen van weleer, de kleigrond en de vogels en de dieren - leer ik weer wanneer het tijd is om actie te ondernemen en wanneer te rusten. Zonder dat ik alleen maar in de actie zit, in de drukte, de herrie en de status/carrière-trein. Door niet altijd te hoeven oplossen maar de mogen omarmen leer ik veerkrachtiger te zijn en moeilijke momenten het hoofd te bieden. Ik voel me door de balans te herstellen tussen deze twee, die voor mij nu even respectievelijk mannelijke en vrouwelijke energie genoemd werd - maar dus ook de dualistische wereld genoemd kan worden, de wereld van dualisme = 2 (twee polen) - waarin de wereld en het leven bestaat uit tegenstellingen - een stuk fijner, vrediger en rustiger van binnen.

Ik koester absoluut geen wrok ten opzichte van het verleden en de geschiedenis. Het is gelopen zoals het loopt en ik geloof in de natuurlijke cycli, zoals wij misschien als mens nu ook een bepaalde cycli doormaken en hier weer lessen uit moeten halen. Ik voel geen schuld of schaamte als ik kijk naar mijn voorouders. Ik hou van hen, net zoals van mijn eigen ouders, die ook niet helemaal goed of helemaal slecht waren maar leefden in de geest van de tijd en deden wat hen op dat moment het beste leek. Zo ook met ons verleden, een andere tijdsgeest, andere ontwikkelingen, omstandigheden en contexten zorgden voor de daden en verloop van onze geschiedenis. Mensen over één kam scheren kan ook niet en daarom kunnen we niet veel verder met het beoordelen van het verleden komen dan er enkel lessen uithalen en die toepassen in het heden. De Indo-Europeanen hebben een zeer liefdevolle plaats in mijn hart door de prachtige symbolieken en initiatieke cultussen die zo mysterieus en bijzonder zijn. De kunst, de poëzie en de verhalen, de mythes, ik hou er van en ze zijn deel van wie ik ben en mijn spirituele beleving. Samen met de grondlaag van het Oude Europa krijgen mijn wortels meer de balans die ik zocht en nodig had om me meer één te voelen, meer volledig. Het kan zijn dat jij dit helemaal niet nodig hebt, voor mij was het wel nodig. Je kunt er van vinden wat je wilt, maar dit is mijn reis, niet de jouwe (of misschien toch een beetje, als je je hierin herkent). Het Siberisch sjamanisme heeft mij altijd getrokken en kan misschien wel aan de basis liggen van de hele beweging van de proto-indo-europeanen. Het hindert mij niet om hier met liefde naar te kunnen kijken, in het nu, in het heden. We laten los wat ons niet meer dient. We transformeren wat ons niet meer dient naar iets wat voeding geeft aan de liefde van het huidig moment.

Er zijn naar mijn idee twee zaken waar we ons op mens kunnen richten in de richting naar transcendentie, ofwel de hernieuwde eenwording met God/Great Spirit: - Focus op de balans (de dans – perfecte harmonie bestaat niet, eeuwige verandering en beweging wel) tussen de polen van de dualistische wereld en hierin de eeuwigheid ontdekken -> non-dualistische werkelijkheid ontdekken achter de dualistische vormen - Directe focus op de non-dualistische werkelijkheid Maar daarover een andere keer meer!

Recente blogposts

Alles weergeven
Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags