top of page
  • M. van Donselaar

Mijn weg: deel 3


Het Blauwe Boek van de Cursus nam ik nog niet in handen. Te groot. Letterlijk en figuurlijk. Ik kreeg het boek van Margot Krikhaar van mijn vader, genaamd "de Grote Bevrijding". Iemand die schreef over de inhoud van de Cursus in Wonderen op een iets gemakkelijker manier, een "instapmodel". Inmiddels is de schrijfster overleden. Ik leerde dat de Cursus eigenlijk een vorm van non-dualistisch Christendom was, een esoterische kijk op het Christendom, gelijkend op de Gnostiek. De Cursus is geschreven door iemand die een stem te horen kreeg die zich Jezus noemde. Nu zie ik je al fronsen of met je ogen rollen, ja nou, dat was precies wat ik deed toen ik dat las, geloof me. Ik ben een nuchter iemand en als iemand een stem hoort of één of ander channelt dan ben ik al 500 meter verder gesprint; DOEI! Maar mijn vader was een respectabele en nuchtere man, die ook met beide benen op de grond stond en daarom dat ik toch met een open geest het boek begon te lezen over non-dualistisch Christendom en de Stem die Jezus noemde. Ik weet nog dat ik het las in mijn bed in Rotterdam. Ik lag op mijn rug en ik was op de helft en ik herkende enorm veel, iets in mij voelde dat dit niet zomaar iets was. Ik weet dat ik ergens een bladzijde las, over liefde, over waarheid, ik weet het niet precies, ik weet alleen maar dat ik enorm hard ben begonnen met huilen. Ik kon niet meer stoppen. Het raakte me zó diep, in mijn ziel, dat ik de pijn voelde van de Waarheid en het verlies van de Waarheid voelde tot in mijn botten. Dit was een enorme openbaring voor mij en het verklaarde een hele hoop van wat ik al eerder in mijn leven gevoeld had; empathie voor andere mensen, begrip voor anderen, dat ieder ergens in wezen goedheid bezat, dat we ons iets moesten herinneren, niet dat we iets moesten zijn of worden...Mijn vader leerde me er veel over in de twee jaar die volgde, over dat alles of angst was (afgescheiden zijn) of Liefde (in Eenheid zijn) en over het ego en zijn trucjes. Dit gaf me veel inzicht in mijzelf, waar deed ik dingen om? Wat was zuiver en wat niet? Wat was werkelijk altruïsme, wat was ego in relaties, wat was speciale liefde, de liefde van het ego dat zegt "ik hou van je, maar alleen ALS... ", over onvoorwaardelijke liefde en innerlijke vrede en stilte. Toch was mijn grond nog met rotsen bezaaid om het zaadje van deze wijsheid werkelijk te kunnen laten ontkiemen. De grond werd door elkaar geschud en omgeploegd toen 2014 aanbrak, het jaar van de ommekeer, zoals ik het nu wel eens noem...

In de zomer van 2014, ik was toen 24 jaar oud, belde mijn vader mij op en zei dat hij al weken last had van buikpijn. Mijn vader had prikkelbare darmsyndroom dus buikpijn was op zich niet vreemd maar dit keer was het erger dan normaal, gaf hij aan. De artsen hadden hem naar huis gestuurd met een kuurtje, zij dachten ook dat het opnieuw een oplaaiing was van PDS. Op een ochtend stond mijn vader in de logeerkamer en zei me dat hij het niet meer trok van de pijn. Ik schrok me rot en belde een ambulance want mijn vader had ik nog nooit zo gezien, dan moest het wel héél erg zijn. Binnen no time waren we in het ziekenhuis. Vele onderzoeken verder bleek het helemaal geen prikkelbare darm opvlamming te zijn maar darmkanker, stadium 3 met uitzaaiingen in 22 van de 24 lymfeklieren. Er volgde een ruw jaar waarin mijn vader een operatie onderging waarin de tumor werd verwijderd in zijn darmen en terwijl hij herstellende was hiervan moest hij eigenlijk nog een chemo kuur omdat ze zeker wilden weten dat alles weg zou zijn. Ze gaven hem echter niet heel veel kansen... Die periode was erg zwaar, ik was enig kind en mijn ouders waren uit elkaar, mijn moeder hertrouwt en mijn vader zonder relatie. Ik had enige steun aan twee vriendinnen van mijn vader van welke er achteraf één het niet om de liefde te doen was geweest maar om de vergoeding die ze ontving voor de zorg wat ze had afgesproken met mijn vader en waarbij ieder dubbeltje werd omgedraaid tot aan de begrafenis aan toe... Mijn vader kwam erg zwak uit de operatie en ieder kind dat zijn ouder zo hulpeloos ziet liggen waarbij de ouder vraagt om de hand van het kind, angstig en hulpeloos vanuit een ziekenhuisbed, is een situatie waarin ieder kinderhart zal breken. Ook mijn hart brak. Het deed intens veel pijn om mijn vader zo te zien, de man die zo genoot van het leven, van de natuur, van mij, die zo liefdevol probeerde te leven, zo angstig te zien en met veel pijn. Zo had ik hem nog nooit gezien. Ik stond te trillen op mijn benen. Deze gebeurtenis en de hele mallemolen die volgde met ziekenhuisbezoeken, euthanasiepapieren regelen, chemokuur proberen, de bijwerkingen hiervan die gruwelijk aankwamen bij mijn lieve vader, was iets wat me voor altijd veranderd heeft. De reis door fysiek lijden is iets wat je niemand toewenst en is afgrijselijk om machteloos te aanschouwen. Avonden en nachtenlang zat ik naast zijn bed terwijl zijn pilletjes inwerkten zodat hij in slaap zou vallen, te praten over het leven, ik op de grond naast zijn bed met een glaasje wijn. Ik stroomde over van liefde voor hem... Eind 2014 kregen we te horen dat de tumormarkers de pan uitgeschoten waren. Er was geen redding meer. Stadium 4 of 5 betekende nog een paar maanden te leven. Ik zat naast mijn vader bij de dokter. Ik was als verdoofd. Hij keek heel rustig naar de arts en vroeg meteen naar de overlevingskansen en de prognose bij verschillende behandelingen die leven nog moesten verlengen of juist niet. Hij was erg kalm. Kalmer dan ik. Hij koos er voor om thuis te blijven, proberen nog wat kwaliteit van leven te behouden, te kunnen lezen en de darmpijn nog wat te verzachten. Helaas lukte het verzachten van de pijn met morfine en andere medicatie bijna tot niet, vanwege het kramperige karakter van de pijn. Mijn vader kwijnde steeds verder weg voor mijn ogen. Soms kon hij mijn aanwezigheid niet verdragen, zoveel pijn had hij. De euthanasie moest nu snel komen zei hij. Ik sprak met hem over de crematie. Eerst wilde hij niet maar toen ik suggesties aan hem deed kreeg hij wel ideeën en koos hij liedjes uit en hij vond de lijkwade die biologisch afbreekbaar was en de wilgenbaar heel erg fijn en mooi. Hij hield zoveel van de natuur en gaf veel om het klimaat, hij stond er helemaal achter. Ik vertelde hem dat de wikkeldoek waar hij in zou worden gewikkeld als hij gestorven was, wit en donkerblauw zou zijn, naar het gezicht van de godin Hella uit de Noordse mythologie. Dat vond hij goed en een mooie symboliek, de dood als genade en toch ook wel als verlies, die twee kanten ervan in haar gezicht, in die twee kleuren.. Op een avond zat ik aan tafel en lag hij op de bank. Een ster verscheen aan de hemel. Mijn vader zei, half wakker half in slaap "wat is dat voor fel licht aan de hemel, het lijkt wel een baken!". Hij wees naar de ster in het westen, boven het bos. Het was de planeet Venus. Ik zei tegen hem dat het de planeet van de liefde was, maar ook van de Godin. Een week eerder had ik er wat over opgezocht omdat ik met mijn vriendin Roos buiten stond en me de planeet me ook al opviel. Ik herinnerde me ineens de Grote Godin, waar ik me aan had toegewijd in datzelfde bos, bij de boom die onder de planeet stond...Zij stond als een baken aan de hemel, voor mij, voor hem, ik weet het niet, maar dit was Haar teken, de terugkeer van Haar in mijn leven... De datum werd geprikt, 4 maart 2015, dan zou mijn vader overlijden. Het wachten was verschikkelijk. Mijn vader was niet meer aanspreekbaar door de pijn. Hij wilde alleen maar gaan. Zijn bewustzijn knipperde. Een vriendin baadde hem in bad hier in huis. Mijn vader zei dat hij een liefdevolle aanwezigheid voelde in huis. Ik zei dat het best voorouders konden zijn, omdat deze de nieuwkomer vaak komen ophalen. Hij zei dat het misschien zijn oma was, die mocht hij graag. Even later lag hij in bed en vlogen er kauwtjes voor het raam voorbij. Hij zei "ze komen me halen, dat is een teken". Hij scheen gerustgesteld te zijn. Ik vroeg hem wie hem dan zouden komen halen, want dit was niks voor mijn vader; het sjamanisme vond hij wel interessant maar was hier totaal niet mee bezig, laat staan dat hij wist van de folklore rondom kraaien en hun symboliek. De medicatie was zodanig laag (want het werkte toch niet) dat hij ook niet kon ijlen daarvan. "Nou, gewoon, ze, ik weet niet precies wie, maar ik weet wel dat ze me komen halen en dat het goed is". Ik besloot niet verder te vragen. Mijn hoofd was in alle staten. Ik kon niet meer nadenken. Een uur voor de eindtijd stond hij in mijn kamer. Had overgegeven. " Dit is het begin van het einde" zei hij. Hij zag geel. De dokters hadden gezegd dat de lever op den duur kon uitvallen, dat was het begin van het einde hadden ze gezegd. Ik omhelsde hem en zei dat dat nu toch niet meer uitmaakte. Een meer bizar moment in een mensenleven zal er denk ik niet voorkomen dan dat je zoiets tegen je eigen vader zegt. Hij was zo mager, ik voelde zijn botten door de trui heen. Het schrijven van dit is moeilijker dan al de rest wat ik nog te vertellen heb... Toen gebeurde het, ik zat voor hem, voor zijn bed, gaf hem een kus op de mond, hij vertelde me dat hij van niemand zoveel had gehouden van van mij, en weg was hij door de spuit van onze vrouwelijke huisarts. Ik weet niet wat er gebeurde. Mijn zelf, of alles wat ik zelf noemde, spatte uiteen van de pijn van het verlies van de persoon waar ik het allermeeste van hield op de hele wereld, die mij in zijn armen gehouden had sinds ik een hummeltje was, die me begreep in al mijn aspecten, ik zag zijn ziel uit het lichaam wegvloeien. Ik had geen ik-besef meer. Alles wat ik was, wat Mirjam was, was niet relevant meer, was weg, uiteen gespat, in duizenden stukjes... De tijd stond stil, ik huilde eerst en kroop naar hem toe, aaide zijn lichaam. Daarna was ik beneden in de woonkamer en voelde een enorme opluchting. Eindelijk had hij geen pijn meer. Er kwam een rust over me heen, eerst rust, toen vrede, toen liefde. Ik wist niet meer wie ik was. De tijd stond stil. Ik was kristalhelder en aanwezig maar niks leek er meer toe te doen. De mensen in huis, de vriendinnen van mijn vader, huilden. Ik niet. Ik voelde iets van binnen wat ik nog nooit gevoeld had. Een hele diepe, intense, vreugdevolle, vredige liefde. Een liefde ZO ENORM groot, dat het me overspoelde. Het was zo groot dat ik het niet bij mijzelf kon houden. Ik moest het delen, zo overweldigend groot was dit gevoel van liefde. Ik omhelsde de verraderlijke vriendin van mijn vader, bedankte de huisarts uit de grond van mijn hart, ook al wist ik dat zij bij de allereerste diagnose enigszins eerder had moeten ingrijpen. Alles was vergeven. Niks maakte meer uit. Het leven was een spel, een school, en ik zag de fouten maar wist dat ze geen fouten waren omdat er niks fout kon gaan wanneer men Een is met elkaar en de dood niet bestond. Zo overweldigend was het... Omschrijven kost me moeite en komt op een ander misschien over als warrig of vreemd of zweverig, maar ik kan je verzekeren dat dat het geenzins was. Het was heel aards, heel wakker, heel in het hier en nu... Dit gevoel zakte nadien wel weer af en ik zakte terug in het verdriet en het verlies. Een week later ging ik voor het eerst uit wandelen in het bos hier achter het huis. Moe en zwak van verdriet liep ik door het bos en alles leek wel zo intens over te komen. Alsof ik alles ineens in 3D zag in plaats van 2D ofzo. De kleuren waren intenser, de geuren, de beelden... Ik ging naast de sloot zitten, de lentewind was koud maar de zon was al warm op mijn gezicht. De zon weerkaatste op de golfjes en ik keek ernaar alsof ik het voor allereerste keer zag. Zo voelde het. Daarna zag ik een boterbloempje. Ik keek naar het kleine bloempje en kreeg ineens een enorm gevoel van Eenheid. De hele wereld, universum, ikzelf, andere mensen, alles en iedereen wat er ooit geweest was en zou komen, zat in dat bloemetje. Ik kan het niet anders omschrijven als een enorme openbaring van Eenheid. Opnieuw misschien zweverig voor sommigen, maar het besef dat we allen met elkaar verbonden zijn en er geen afzonderlijke deeltjes zijn van het Grote Mysterie dat de één God noemt, of Allah, of Jahweh of Buddha, is het meest ware gevoel wat ik ooit gehad heb.... Hierna was ik niet meer de persoon die ik was voordat mijn vader stierf. Alles veranderde langzaam, sommige dingen vanzelf, sommige dingen al haperend, en sommige dingen doorzag ik meteen en stopte ik mee. Ik stopte met mijn rock n roll band, ik herkende mezelf er niet meer in, niet in de muziek, te hard, en de levensstijl; nogmaals; te hard. Ik stopte met roken. Ik stak geen aandacht meer in bepaalde vriendschappen die me niet meer dienden. Ik verhuisde naar mijn ouderlijk huis, wat ik geërfd had, van de Rotterdamse stad, naar de weilanden en de polders, van herrie naar rust, van drukte naar stilte, van veel naar weinig mensen om me heen, van naar buiten keren ging ik naar binnen. Ik schilderde ineens weer, tekende als een malle, wat ik sinds mijn pubertijd bijna niet meer gedaan had. Mijn felblond geverfde haar was voorbij, ik wilde mijn eigen kleur; bruin. Ik schreef meer gedichten dan ooit tevoren, ze stroomden uit me als water. In het huis waar ik mijn kindertijd had doorgebracht leefde ik nu als een schim, pijnlijk van verdriet, soms half dronken van de alcohol huilend op zijn kamer in het kussen waar hij op stierf, soms boos en alles kapot smijtend, soms zingend van de vreemde hernieuwde gevoelens van thuiskomen die ik ervoer, en soms stil en depressief. Rouw is Rauw. Niemand wilde ik er bij. Mijn moeder niet, hoewel ze lief was en zorgde voor me op andere momenten, mijn vriendinnen niet, niemand niet. Maar vader voelde soms dichtbij, het leek alsof ik hem voelde glimlachen in mijn nek, of dat hij om de hoek stond te wachten op me. Ik droomde over zijn ziektedagen, niet over zijn sterven. Langzaam klom ik uit het dal, pakte mijn studie weer op en kon in september weer ermee verder. Het hele geregel was ook voorbij, de ergste rouw ook en ik begon weer dingen te ondernemen. Maar eerst wilde ik naar IJsland, waar ik al van droomde als klein kind .. Voor mijn vader stierf en we spraken over de erfenis met de belastingadviseur erbij vroeg ik of er geld over was om naar IJsland te kunnen wat ik al zolang wilde. Mijn vader lachte en zei dat dat zeker wel kon. Verder hoefde ik niks, zei ik, alleen naar dat land gaan. En op 11 juli 2015, landde ik op de koude, frisse landingsbaan van Keflavík, IJsland...

Recente blogposts

Alles weergeven
Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page